Werklust en De Nijverheid

De pottenbakkers van Hazerswoude in de negentiende eeuw

Adri van der Meulen en Paul Smeele beschrijven twee pannenbakkerijen in Hazerswoude die niet alleen dakpannen maar ook eesttegels, industrieel- en gebruiksaardewerk maakten.

tekst

Eerder gepubliceerd in: Jaarboek Dirk van Eck, 2002

Adri van der Meulen en Paul Smeele

 

De Rijnstreek, zowel ten oosten als ten westen van Leiden, is eeuwenlang een aantrekkelijk gebied geweest voor de keramische nijverheid, met name voor steen- en pannenbakkerijen . In Hazerswoude wordt de herinnering aan deze bedrijfstak - althans wat de dakpannen betreft - tot op de dag van vandaag levend gehouden door een aan de Rijndijk gelegen fabriekscomplex.

De eerste sporen van een pannenbakkerij vinden we in 1688, wanneer Claes Coole en Coenraedt van Nes van de helft van de eigendom van "een pannebakkerij, huis, erve, estrikwerk, panhuys, schuren en al hetgeen ertoe behoort, kopen tijdens een publieke veiling.

Adriaan van Diemen werd in 1804 de nieuwe eigenaar van het Hazerswoudse 'pan- en estrikwerk', hij noemde zijn bedrijf “Werklust”. Hij gaf die naam nadat Petrus Jacobus Runckel in 1832 een gloednieuw bedrijf in de onmiddellijke nabijheid van zijn fabriek had opgericht dat de naam “De Nijverheid'” had gekregen.

 

Voor de gehele publicatie verwijzen wij graag naar de pdf die u kunt downloaden.

Fotogalerij