Pottenbakkerij De IJsel
Doesburg, 1841 - 1969
Portret van een Gelderse pottenbakkerij door Adri van der Meulen en Paul Smeele
Toen Bernard Welling in 1841 eindelijk een vergunning kreeg om zich buiten de Meipoort als zelfstandig pottenbakker te vestigen, waren er al twee concurrenten in Doesburg werkzaam. Het stadsbestuur was daarom nogal sceptisch over het slagen van deze onderneming en ten onrechte want pas 128 jaar later, in 1969, werd de pottenbakkerij die altijd in de familie was gebleven, gesloten.
Helaas is er van het aardewerk uit de negentiende eeuw niets bewaard gebleven, niet van Welling, noch van zijn Doesburgse collega’s. Toch wilden Adri en Paul de vraag naar wat er in die tijd gemaakt is proberen te beantwoorden. Mede daarom gaan ze na een korte schets van de Nederlandse pottenbakkersnijverheid dieper in op de situatie in Gelderland.
Niet overal zijn de gegevens zo schaars als in Doesburg; soms zijn er bodemvondsten die aanwijzingen geven, soms schriftelijke. In elk geval kunnen ze de vraag: Wat maakte Welling? Beantwoorden met een aantal globale maar redelijk onderbouwde veronderstellingen.
Bij de schets van het familiebedrijf moesten ze concluderen dat er ook van de tweede generatie geen werk is overgeleverd. Pas van de derde en vierde generatie is er het nodige bewaard gebleven, deels in familiebezit, deels in Museum de Roode Tooren in Doesburg.